Auteur: Werkgroep Kind in azc (page 1 of 5)

Inspecties slaan groot alarm (inzet debat 10 mei 2023)

Volgens de laatste cijfers van het COA wonen 3.150 kinderen in noodopvanglocaties, onder wie 1.208 alleenreizende kinderen. Daarnaast wordt geschat dat er in de crisisnoodopvang (CNO) rond de duizend kinderen verblijven.

Niet eerder sloegen vier inspecties – de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd, de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie – gezamenlijk alarm: de veiligheid en ontwikkeling van kinderen in de asielopvang is – nog steeds – in gevaar. Dit rapport bevestigt ons beeld dat de kwaliteit van de opvang dramatisch is en op vlakken verder verslechtert. De inspecties wijzen erop dat kinderen in CNO-locaties geen privacy hebben, niet (snel genoeg) naar school gaan en er onvoldoende oog is voor de gezondheid van kinderen. Ook is het verwerpelijk en verwijtbaar dat ruim een jaar nadat het Rijk heeft aangegeven ‘tijdelijk’ de gebruikelijke kwaliteitsnomen los te laten, nog altijd niet duidelijk is op welke manier en door wie op deze locaties toezicht moet worden gehouden.

De huidige situatie vraagt om structurele en menswaardige oplossingen. Kinderen moeten met voorrang uit de CNO-locaties naar vaste, reguliere opvang worden verplaatst. Op deze manier krijgen ze meer rust, kunnen ze adequate zorg ontvangen, naar dezelfde school gaan en kleinschaliger worden opgevangen. In de Kamerbrief van 28 april jl. benadrukt de Staatssecretaris dat gemeenten aangeven dat kleinschaligere locaties eenvoudiger te realiseren zijn dan grootschaligere locaties. Alhoewel er “geen wettelijke beperkingen” zijn voor kleinschalige opvang, is het volgens de Staatssecretaris noodzakelijk “een kader te hebben waaraan kleinere opvanglocaties moeten voldoen en afspraken te maken over de financiering van kleinschalige opvang” (p.8). Dat een dergelijk kader ontbreekt is opmerkelijk gezien het feit dat kleinschaligere opvang al sinds de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen (2020) een van de ambities van het kabinet is.

Het is zaak dat op korte termijn weer de reguliere kwaliteitsstandaarden gaan gelden. Dit is in lijn met de oproep van de Inspecties én de uitspraak van het Gerechtshof vorig jaar, die oordeelde dat kwetsbare asielzoekers niet in CNO-locaties moeten worden geplaatst tenzij daar aan hun specifieke behoeften kan worden voldaan. Dat is duidelijk niet het geval. Om te voorkomen dat bestaande normen in de toekomst wederom worden losgelaten, is het daarnaast van groot belang dat de kwaliteitsnormen voor fysieke, sociale en mentale veiligheid voor kinderen – vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag en weerspiegeld in onze aanbevelingen voor kindvriendelijke en veilige asielopvang – stevig in de spreidingswet worden verankerd. Dit was ook de oproep van de Raad van State afgelopen februari.

Wij vragen/adviseren: Welke maatregelen gaat de Staatssecretaris nemen om in lijn met de oproep van de Inspecties zo snel mogelijk weer te voldoen aan de geldende kwaliteitsnormen voor de opvang van kinderen? Wanneer maakt de Staatssecretaris duidelijk wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteit van de voorzieningen in CNO-locaties? Wanneer komt er een duidelijk kader – inclusief afspraken over financiering – voor kleinere opvanglocaties en hoeveel kleinschalige opvanglocaties wil de Staatssecretaris de komende maanden realiseren?

Waar zijn de kinderen?

Niet alleen is het niet duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het toezicht op kinderen in de CNO-locaties, ook is er geen overzicht van hoeveel kinderen er überhaupt in deze locaties verblijven. In het vorige commissiedebat Vreemdelingen- en asielbeleid van 30 maart jl. gaf de Staatssecretaris aan dat het om 1.028 kinderen zou gaan, maar kon hij niet aangeven op welke locaties deze kinderen verblijven, of zij onderwijs en zorg krijgen en op welke manier deze kinderen worden geregistreerd. Deze maand heeft de Staatssecretaris aangegeven met een brief te komen met antwoorden.

Ook is er nog geen adequaat antwoord gekomen van de Minister voor Primair- en Voortgezet Onderwijs op een aangenomen motie van Van Baarle en Westerveld (1 februari 2023), die de regering verzoekt om met spoed de aantallen leerplichtige kinderen in de asielopvang die onderwijs mislopen in beeld te brengen. LOWAN heeft in elk geval aangegeven dat er op dit moment voor zeker twee duizend nieuwkomers geen plek is in zogenaamde Internationale Schakelklassen (ISK’s).

Wij vragen/adviseren: Kom z.s.m. met een landelijk registratiepunt waarin wordt bijgehouden hoeveel kinderen in CNO-locaties verblijven. Zorg ervoor dat er in samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Welzijn (OCW) een registratiesysteem komt waarin te zien is of een kind onderwijs volgt.

Het recht op adequate zorg

De toegang tot medische en psychische zorg op opvanglocaties schiet tekort, waardoor kinderen niet de zorg krijgen waar zij behoefte aan hebben. Al eerder sloeg de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, en recent voor een tweede keer de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd, alarm over de toegang tot en continuïteit van medische en psychische zorg aan asielzoekers. Zo benadrukt de Inspectie dat een medische intake en screening op tuberculose (tbc) ontbreekt vóór plaatsing in CNO-locaties, en dat door hierdoor bijvoorbeeld diabetespatiënten langer op hulp moeten wachten en mensen infectiezieken makkelijker kunnen overbrengen. De jeugdgezondheidszorg ziet daarnaast veel kinderen niet, waardoor ze geen vaccinaties krijgen tegen de bof, mazelen, rodehond, difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Niet alleen risicovol voor kinderen, maar ook voor de volksgezondheid in zijn geheel. En tot slot geeft de Inspectie aan dat als een andere partij dan GezondheidsZorg Asielzoekers (GZA) wordt ingeschakeld, er geen elektronisch patiëntendossier wordt overgedragen. Hierdoor ontbreken vaak de medische dossiers van kinderen die zorg behoeven.

Wij vragen/adviseren: Welke maatregelen gaat de Staatssecretaris nemen om de medische intake en tbc-screening weer op de dag na aankomst te laten plaatsvinden? Op welke termijn wordt er voor gezorgd dat alle kinderen door de jeugdgezondheidszorg worden gezien en de juiste vaccinaties krijgen?

Aangenomen moties

Veel oplossingsrichtingen om de situatie van kinderen in de opvang te verbeteren zijn in het verleden al aangedragen door de Kamer in aangenomen moties. Wij adviseren de Staatssecretaris en het kabinet te vragen naar de uitvoering van o.a. de volgende moties:

  • Motie Koekkoek cs. over een voorrangspositie voor kinderen bij overplaatsing naar kleinschalige asielopvang (10-05-2022)
  • Motie Piri cs. over een concreet plan voor de middellange termijn uitwerken voor het beperken van het aantal verhuizingen als onderdeel van de integrale aanpak (07-07-2023)
  • Motie Piri en Kröger over voor elke opvanglocatie een speciaal aangewezen contactpersoon kind aanstellen (14-11-2022)

Motie Van Baarle en Westerveld over een beeld krijgen van de aantallen leerplichtige vluchtelingen en vluchtelingenkinderen die onderwijs mislopen (01-02-2023)

Persbericht: Waar zijn de kinderen?

Werkgroep Kind in AZC: geen zicht meer op kinderen in crisisnoodopvang

Het is geheel onduidelijk hoeveel kinderen er in Nederland in de crisisnoodopvang (CNO) verblijven, en dat zorgt voor gevaarlijke situaties. Dat stelt Werkgroep Kind in AZC, een samenwerkingscollectief van vijf hulporganisaties. De overheid heeft vanwege ‘achterstallige registraties’ geen idee hoeveel kinderen er momenteel verblijven in CNO’s.

Ties Huis in ’t Veld van Werkgroep Kind in AZC: “Dit is een zeer ernstige situatie. Door een gebrek aan overzicht aan de kant van de overheid is niet vast te stellen wat er met deze kinderen gebeurt. Deze kinderen zijn kwetsbaar en het is niet duidelijk of de kinderen toegang hebben tot gezondheidszorg of onderwijs. Er zijn signalen dat kinderen soms wel acht maanden niet naar school gaan. Daarnaast lopen zij groot risico om in handen te vallen van mensenhandelaren”. 

Crisisnoodopvang is sowieso niet geschikt voor kinderen, zo stellen ook gemeenten zelf, het COA en de organisaties van de Werkgroep Kind in AZC. CNO’s zijn tijdelijke opvanglocaties voor asielzoekers met lage kwaliteitsvoorzieningen, zoals evenementenhallen en leegstaande kantoren. Huis in ’t Veld: “In geen opzicht voldoen deze locaties aan basale normen die wij als organisaties hebben opgesteld voor kindvriendelijke en veilige asielopvang.”

Dat deze kinderen risico lopen, bleek al tussen 2010 en 2020: toen verdwenen 2.500 kinderen uit asielzoekerscentra. Een deel reisde waarschijnlijk door naar familie in Nederland of elders in Europa, maar een onbekend deel viel in handen van mensenhandelaren. 

Huis in ’t Veld: “Geschat wordt dat er meer dan duizend kinderen in de CNO verblijven, maar dit kunnen er ook meer zijn. Zonder algeheel overzicht staan zij er alleen voor. Waar zijn deze kinderen? Wij willen het weten. De overheid moet het ook willen weten.”

Ook tijdens een door Save the Children in september 2022 uitgevoerde quick scan op zes CNO locaties (zie bijlage) werden diverse gebreken geconstateerd. Pim Kraan, directeur Save the Children: “Het is onvoorstelbaar dat we in Nederland kwetsbare kinderen uit het oog verliezen, terwijl we weten dat er grote risico’s zijn”. 

Advies Werkgroep aan Tweede Kamer: handel meteen in de geest van de Spreidingswet

Spreidingswet: handel meteen in de geest van de wet

De spreidingswet moet er zo snel mogelijk komen om te zorgen voor voldoende, structurele opvangplekken en een einde te maken aan de schrijnende situaties in de crisisnoodopvanglocaties (CNO). Alhoewel het een welkome stap is dat de wet vorige week naar de Tweede Kamer is verstuurd, baart het zorgen dat er niets is gedaan met de adviezen van de Raad van State. Dit betekent o.a. dat er niet is geluisterd naar het advies om kwaliteitsnormen voor fysieke, sociale en mentale veiligheid voor kinderen – vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag en weerspiegeld in onze normen voor kindvriendelijke en veilige asielopvang – in dit stadium in de wet te waarborgen. Ook baart het zorgen dat de wet pas in 2024 in kan gaan, terwijl verwacht wordt dat het tekort van opvangplekken dit voorjaar nog verder zal oplopen.  

Wij vragen/adviseren:

  • Gaat de staatssecretaris de kwaliteitsnormen voor kinderen in de asielopvang beter waarborgen in de wet en in een vroeg stadium duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteit van de opvang?
  • De spreidingswet kan niet tot 2024 wachten. Zorg ervoor dat gemeenten en andere betrokken partners al dit voorjaar in de geest van de wet handelen.

Ga verhuizingen tegen

“Stop direct met verplaatsingen van kinderen binnen de reguliere asielopvang.” Deze heldere boodschap doen professionals uit de jeugdgezondheidszorg en het primair en voortgezet onderwijs deze week aan de staatssecretaris. Door de vele verhuizingen, soms wel tot acht keer per jaar, leiden kinderen aan mentale klachten als angst, depressie, slaapproblemen, prikkelbaarheid, verlies van vertrouwen en demotivatie. Ook geven steeds meer onderwijsdirecteuren aan dat veelvuldige overplaatsingen het onmogelijk maken om onderwijs op te starten en een goede overdracht te organiseren. Wekelijks ontvangen wij signalen dat kinderen soms wel tot acht maanden niet naar school gaan. Uit de beantwoording op Kamervragen van 27 maart jl. blijkt ook dat het kabinet geen zicht heeft op hoeveel kinderen op dit moment onderwijs mislopen. En ondanks de aangenomen moties van Koekkoek en Piri m.b.t. het beperken van verhuizingen en het verlengen van voorrang aan kinderen bij plaatsing in de reguliere opvang zijn er geen signalen dat het aantal verhuizingen afneemt.

Wij vragen/adviseren:

  • Wanneer en op welke manier gaat de staatssecretaris uitvoering geven aan de aangenomen moties Koekkoek en Piri m.b.t. het beperken van verhuizingen en het verlenen van voorrang aan kinderen bij plaatsing in de reguliere opvang?
  • Maak in samenwerking met minister Wiersma (Primair en Voortgezet onderwijs) werk van het zo snel mogelijk aanbieden van tijdelijk alternatief en passend onderwijs voor (onbegeleide) kinderen die momenteel geen toegang hebben tot scholing, denk bijvoorbeeld aan praktijkgerichte programma’s binnen ISK’s. 

Contactpersoon Kind op elke locatie

Op elke opvanglocatie, inclusief de CNO-locaties, een speciaal aangewezen contactpersoon kind (CPK) die verantwoording aflegt over de activiteiten, het welzijn en de veiligheid voor kinderen. Dit was de boodschap van de motie van Kroger en Piri die eind vorig jaar met brede steun in de Kamer werd aangenomen. Als reactie op de motie geeft de staatssecretaris in een Kamerbrief van 22 februari jl. aan dat het niet mogelijk is om te garanderen dat dit voor elke locatie lukt.  

Wij vragen/adviseren:

  • Hoe gaat de staatssecretaris er op korte termijn alsnog voor zorgen dat er ook op CNO-locaties een CPK wordt aangewezen?  

Gezinslocaties zijn onveilig en ongeschikt voor kinderen

Uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs op de vijf gezinslocaties (GLO’s) voor uitgeprocedeerde asielzoekers blijkt dat veiligheid en onderwijs geen vanzelfsprekendheid zijn voor kinderen en jongeren. Zo schrijft de inspectie dat geen van de scholen op de gezinslocatie kan voldoen aan de “basiswaarden van de democratische rechtsstaat” en een veilig schoolklimaat kan bieden. Het COA deelt de zorgen van de Inspectie en ook gemeenten geven aan niet aan de voorwaarden te kunnen voldoen voor hulpverlening.

Drastisch ingrijpen is wat betreft de Werkgroep Kind in AZC nodig. Doordat GLO’s hun doel – het stimuleren van terugkeer – niet waarmaken, verblijven kinderen vaak vele jaren in omstandigheden die ondermaats en schadelijk zijn. En dit terwijl kinderen die opgroeien in een gezinslocatie net als alle andere kinderen het recht hebben om veilig, gezond en kansrijk op te groeien. In het coalitieakkoord is opgenomen dat voor kinderen op GLO’s het onderwijs in de taal van het land herkomst zal worden ingericht. Wij wijzen erop dat het VN-Kinderrechtenverdrag onderscheid op het gebied van onderwijs verbiedt op basis van de verblijfsstatus van (de ouders van) kinderen. Een afwijkend onderwijsaanbod voor kinderen in GLO’s is in strijd met internationale verplichtingen.

Wij vragen/adviseren:

– Vang kinderen op in kleinschalige locaties waarin zij intensieve begeleiding krijgen bij het vinden van een duurzame oplossing, of die nu gelegen is in terugkeer naar het land van herkomst of verblijf in Nederland.
– Stel belang van het kind centraal, conform de aanbevelingen van de Inspectie en het coalitieakkoord.
– Wat gaat de staatssecretaris op korte termijn concreet doen om het recht van deze kinderen om veilig en gezond op te groeien te verzekeren en om verdere ontwikkelingsschade te voorkomen?

Een transitieplan voor onbegeleide kinderen

Het tekort aan opvangplekken voor onbegeleide kinderen (amv’s) is nijpend: er staan nu 200 amv’s met een verblijfsstatus op de wachtlijst van het Nidos en komend jaar hebben COA en Nidos nog zo’n 4.700 opvangplekken nodig voor amv’s met of zonder verblijfstatus. Nu al worden jongeren onder 18 jaar in opvang voor volwassen geplaatst. De Werkgroep steunt dan ook het vierpuntenplan van D66 waarin de staatssecretaris wordt opgeroepen om voor 1 mei met een transitieplan te komen om ervoor te zorgen dat er voor de opvang van amv’s weer de gebruikelijke standaarden gaan gelden. Dat het weldegelijk anders kan laat de aanpak in Tilburg zien. Daar werken alle partners samen om vele verhuizingen te voorkomen en ervoor te zorgen dat jongeren die in Tilburg worden opgevangen ook in deze regio worden gehuisvest.  

Wij vragen/adviseren:
– Kom zo snel mogelijk met een nieuwe systematiek voor het koppelen van amv’s met een status aan gemeenten, waardoor voor deze specifieke doelgroep voldoende woningen vanuit gemeenten worden aangeboden.
– Zet in op stabiele, kleinschalige opvang voor onbegeleide kinderen. Door locaties te stabiliseren worden veelvuldige verhuizingen voorkomen, kan deskundig personeel worden aangehouden, verbetert het mentaal welzijn en wordt draagvlak gecreëerd.
– Om in lijn met het voorstel van D66 voor 1 mei met een transitieplan te komen om toe te werken naar de gebruikelijke standaarden voor de opvang van onbegeleide kinderen.

Opvang is meer dan een bed of een schoolplek

Verlegen kwamen ze de dansvloer op. Kinderen van een jaar of 10, net afkomstig van school. Van de gezichtsuitdrukkingen was duidelijk te zien dat ze geen idee hadden wat ze te wachten stonden.

Vorige week vrijdag vond de eerste van een reeks workshops plaats op de gezinslocatie in het Brabantse Gilze. De workshops zijn een initiatief van het Nederlands Danstheater (NDT) in samenwerking met onze partner Stichting de Vrolijkheid.

Iedere workshop begint met een kick-off waarin de kinderen kijken naar een choreografie van een van de NDT-dansers. Een prachtige dans, waarbij de steen in de ruimte tot schrik van de kinderen langzaam tot leven kwam…  

Na de choreografie werden de kinderen zelf door de docenten spelenderwijs uitgedaagd om zich te wagen aan moderne dans. Het resultaat?

Een unieke verbinding tussen de jonge deelnemers en de professionals van het NDT. Een verbinding waar vertrouwen en vooral veel plezier maken samen kwamen.

Kinderen op de vlucht hebben vaak veel meegemaakt. En ook is de situatie in de opvang, zeker op gezinslocaties, de laatste tijd vaak onder de maat.

Maar waar een kind ook vandaan komt of wat ze hebben meegemaakt, dat deed even niet ter zake. Eenieder, inclusief ikzelf, had alleen maar aandacht voor elkaar en de dans. En dat met de opperste concentratie.

Dat opvang zoveel meer is dan een bed of een schoolplek werd me andermaal duidelijk. Door projecten als deze kunnen kinderen zich even onttrekken aan de werkelijkheid en gewoon even lachen en genieten.

Zo kan een kind gewoon weer even kind zijn.

Ties Huis in ’t Veld, coördinator van de Werkgroep Kind in AZC

Boodschap aan Tweede Kamer: voorkom vele verhuizingen

Volgens de laatste cijfers van het COA wonen 3.335 kinderen in noodopvanglocaties, onder wie 1.419 alleenreizende kinderen. Daarnaast verblijven in de crisisnoodopvang meer dan duizend kinderen. Het exacte aantal kinderen is onbekend vanwege achterstallige registraties.

Kwaliteitsnormen voor kinderen in spreidingswet

Niet alleen acht de Raad van State de nieuwe spreidingswet ‘onnodig complex’, ook wijst zij erop dat er duidelijkheid ontbreekt als het gaat om de kwaliteit van de opvang en het toezicht hierop. De Raad van State adviseert daarom om kwaliteitsnormen beter te waarborgen in de wet en wijst hierbij naar het VN-Kinderrechtenverdrag. In december bevestigde het hof al dat de omstandigheden voor kinderen zo snel mogelijk moeten worden verbeterd.[1]

Voor kindvriendelijke en veilige asielopvang is ten minste nodig dat:

  • kleinschalige en stabiele opvanglocaties beschikbaar zijn;
  • de accommodatie waar kinderen, alleen of met hun gezinsleden, verblijven voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. veiligheid, hygiëne, privacy en toegankelijkheid;
  • toegang tot adequate zorg en passend onderwijs is gewaarborgd, en
  • er speelvoorzieningen en zinvolle dagbesteding zijn.

Wij vragen/adviseren:

  • Gaat de staatssecretaris de kwaliteitsnormen voor kinderen in de asielopvang beter waarborgen in de wet?
  • Gaat de staatssecretaris in een vroeg stadium duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteit van de opvang?

Verhuizingen tegengaan

Al jaren heeft het kabinet het streven om toe te werken naar kleinschaligere en stabielere opvang. Dat dit op dit moment niet lukt is evident. Afgelopen jaar verhuisden kinderen soms wel tot acht keer per jaar, en we krijgen signalen dat het gesleep met kinderen de afgelopen maanden verder is toegenomen. Het vele verhuizen is schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen, leidt tot mentale klachten (slaapproblemen, prikkelbaarheid) en zorgt ervoor dat kinderen te laat de juiste zorg krijgen. Nog steeds verblijven kinderen in (crisis) noodopvanglocaties, ondanks de constatering van de staatssecretaris dat dit onwenselijk is.

AMV’s

Ook voor alleenstaande minderjarigen (AMV’s) geldt dat zij aan de lopende band moeten verhuizen. Bij gebrek aan een zinvolle dagbesteding waarschuwen directeuren van scholen  dat een deel van deze kinderen nauwelijks meer hun kamer uitkomt om naar school te gaan en in een sociaal isolement verkeert. Daarnaast worden onbegeleide kinderen vaak in grote aantallen op locaties geplaatst, waardoor de scholen niet iedereen kunnen plaatsen en zich niet op de komst van de kinderen kunnen voorbereiden.

Onder het huidige beleid kunnen AMV’s al vanaf de leeftijd van 17 jaar en 9 maanden in de reguliere asielopvang kunnen worden geplaatst. Terwijl juist deze groep uitermate kwetsbaar is en begeleiding op maat nodig heeft.

Wij vragen/adviseren:

  • Hoe gaat de staatssecretaris uitvoering geven aan de aangenomen moties Koekkoek en Piri m.b.t. het beperken van verhuizingen en het verlengen van voorrang aan kinderen bij plaatsing in de reguliere opvang?
  • Is het effect van de tijdelijke doorplaatsing van AMV’s vanaf 17 jaar en 9 maanden zoals afgesproken geëvalueerd? Wat zijn de bevindingen? Is de staatssecretaris van plan om deze tijdelijke maatregel weer terug te draaien?
  • Zet in op kleinschalige opvang. Ook AMV’s (14-17 jarigen) die in aantallen van 50-150 ergens geplaatst worden, kunnen geen plek meer in het nieuwkomersonderwijs krijgen.

Toegang tot onderwijs

Voor kinderen die net in ons land aankomen moet binnen drie maanden onderwijs geregeld zijn. Maar kinderen gaan echter steeds vaker langer dan zes maanden niet naar school. Steeds meer nieuwkomersscholen geven aan dat het vanwege de overplaatsingen onmogelijk is om onderwijs op te starten en een goede overdracht te organiseren. Zij zien leerlingen vaak maar een aantal weken voordat deze kinderen plots weer moeten verhuizen en van school verdwenen zijn.

Verschillende nieuwkomersscholen hanteren nu een aanmeldstop omdat er te veel leerlingen op hetzelfde moment instromen.[2] Tegelijkertijd zijn er enkele nieuwkomersscholen  die hun klassen niet goed gevuld krijgen, omdat op verschillende asielopvanglocaties – die wel goed ingericht zijn voor de opvang van kinderen – geen kinderen worden geplaatst. Dit terwijl onderwijs in de (crisis)noodopvang vaak onvoldoende aanwezig is. 

Daarnaast is er nog steeds geen zicht op welke kinderen waar in de noodopvang zitten en of zij wel of geen onderwijs krijgen. Zij hebben soms nog geen aanmeldgehoor gehad bij de IND, worden maandenlang niet ingeschreven bij een gemeente en krijgen geen BSN. Ook ontvangen wij geregeld signalen van gemeenten die terughoudend zijn in het openen van opvanglocaties omdat zij niet kunnen voldoen aan de minimumvoorwaarden voor kindvriendelijke opvang, zoals toegang tot onderwijs.

Wij vragen/adviseren:

  • Gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat toegang tot onderwijs voor kinderen een hogere prioriteit krijgt binnen het plaatsingsbeleid van het COA en in gesprek met gemeenten over het belang van stabiele plekken voor kinderen?
  • Gaat de staatssecretaris zorgen voor een landelijke registratieplicht voor kinderen, zodat ook de kinderen die niet direct op school kunnen worden geplaatst wel in beeld zijn bij scholen en het LOWAN?

[1] https://www.vluchtelingenwerk.nl/nl/noodopvangschadelijk

[2] https://dvhn.nl/binnenland/Internationale-schakelklassen-voeren-leerlingenstop-in-28232643.html.

Reactie Werkgroep Kind in AZC op Spreidingswet

22 november 2022 – Namens Defence for Children Nederland, Save the Children, Stichting de Vrolijkheid, VluchtelingenWerk Nederland en UNICEF Nederland, reageert de Werkgroep Kind in azc op de voorgestelde Asielopvangwet. De Werkgroep juicht de inzet toe om te komen tot een duurzaam en stabiel opvanglandschap met afdoende opvangplaatsen en hoopt dat deze wet een steviger basis legt onder de asielopvang in Nederland. Gezien de focus van de Werkgroep leggen wij in onze reactie de nadruk op de mogelijkheden die deze wet biedt voor een goede asielopvang voor kinderen.

De Werkgroep Kind in azc ziet graag kwaliteitsnormen voor fysieke, sociale en mentale veiligheid voor kinderen opgenomen in deze wet teneinde een kindvriendelijke en veilige asielopvang voor kinderen te waarborgen. Dit moet gelden voor de opvanglocaties die door het COA worden geëxploiteerd evenals voor de door gemeenten geëxploiteerde opvang.

Kwalitatief hoogwaardige asielopvang voor kinderen betekent ondermeer dat:

  • kleinschalige en stabiele opvanglocaties beschikbaar zijn;
  • de accommodatie waar kinderen, alleen of met hun gezinsleden, verblijven voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. veiligheid, hygiëne, privacy en toegankelijkheid;
  • toegang tot adequate zorg en passend onderwijs is gewaarborgd;
  • de veiligheid voor kinderen is gewaarborgd
  • er speelvoorzieningen zijn en zinvolle dagbesteding;
  • er een daartoe toegeruste medewerker is die toeziet op het welzijn en welbevinden van kinderen en die functioneert als vertrouwenspersoon;
  • er toegang is tot gezond eten of ingrediënten waarmee kinderen en gezinnen zelf invulling kunnen geven aan de maaltijden. 

Dit geldt zowel voor alleenreizende kinderen als voor kinderen in gezinssituaties.

De Werkgroep pleit er eveneens voor om een werkwijze op te nemen die toeziet op deze kwaliteitsnormen voor kindvriendelijke asielopvang.

Voorkom verhuizingen en verblijf in (crisis)noodopvang

Eén van de voorwaarden voor een kwalitatief hoogwaardige opvang is dat alle kinderen, dus ook alleenreizende kinderen (amv), gedurende de gehele asielprocedure op een zelfde plek kunnen verblijven en er daarmee sprake is van continuïteit in hun verblijfssituatie. De Werkgroep brengt nogmaals met klem onder de aandacht dat veelvuldige verhuizingen voorkomen moeten worden en vraagt om de verankering daarvan in deze wet. Het is daarnaast niet aanvaardbaar dat kinderen in (crisis) noodopvanglocaties worden geplaatst.

Opvang en begeleiding voor alleenreizende kinderen

Het is van groot belang dat er goede opvangplekken voor alleenreizende kinderen (amv) beschikbaar zijn. De Werkgroep vindt het positief dat gemeenten een hoger bedrag kunnen ontvangen voor opvangplekken voor deze kinderen, die zich in een extreem kwetsbare positie bevinden. Graag zien wij aan deze financiering eisen verbonden van goede, professionele begeleiding op maat en veilige leefomstandigheden in kleinschalige opvangvoorzieningen. De hoogte van het beschikbare bedrag zou dit dan ook mogelijk moeten maken.

Specifieke aandacht voor kwetsbaarheid kinderen

De Werkgroep benadrukt dat kinderen kwetsbaar zijn; zij zijn een groep met specifieke noden en behoeften. Kan in de wet worden opgenomen dat kinderen (in gezinnen en alleenreizend) altijd in aanmerking komen voor opvanglocaties die specifiek op hun noden en behoeften zijn ingericht?

Noodzaak uitvoering moties Koekkoek en Piri

Wij onderschrijven de noodzaak om te komen tot een brede aanpak, echter aangezien de wet op korte termijn nog niet van kracht is, houdt de schrijnende situatie voor (alleenreizende) kinderen in de (crisis)noodopvang voorlopig aan. Kinderen zijn een specifieke kwetsbare groep. Doorplaatsing van kinderen naar geschikte kindvriendelijke opvang dient prioriteit te krijgen. Dit is overigens conform de aangenomen moties Koekoek (21 april 2022) om kinderen voorrang te geven bij doorstroom uit de noodopvang en Piri (7 juli 2022) om verhuizingen van kinderen te beperken.

Acute situatie kinderen: direct handelen in de geest van de wet

De Werkgroep verwijst in dit verband ook naar de ‘Concluding observations on the combined fifth and sixth periodic reports of the Kingdom of the Netherlands’ van het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties (maart 2022) waarin de aanbeveling luidt: “Prioritize the immediate transfer of asylum-seeking children and their families from emergency reception facilities and invest the resources necessary to improve and expand reception facilities that are child-friendly, with a view to preventing overcrowding and frequent transfers of children between different facilities;”

Kunnen gemeenten die op korte termijn opvangplekken voor (alleenreizende) kinderen willen aanbieden daarvoor al in de gelegenheid worden gesteld, ondermeer door een financiële tegemoetkoming?

Uitgangspunten voor kindvriendelijke en veilige asielopvang

Het COA en de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de opvang van gezinnen met kinderen of voor alleenreizende kinderen (amv’s) wijzen wij graag op de Uitgangspunten-kindvriendelijke-en-veilige-asielopvang. Wij hopen daarom dat u een verwijzing naar deze uitgangspunten kunt opnemen in de wet en de memorie van toelichting. Wij denken graag mee over de manier waarop deze uitgevoerd kunnen worden.

‘Noodopvang onleefbaar voor kinderen’, aldus jeugdgezondheidszorg- en onderwijsprofessionals

De leefomstandigheden van vluchtelingenkinderen in de noodopvanglocaties in Nederland zijn beneden alle peil. Dat zeggen jeugdgezondheidszorg- en onderwijsprofessionals in een onderzoek van de Werkgroep Kind in azc dat vandaag op Wereldvluchtelingendag verschijnt. Kinderen in de noodopvang lopen aantoonbare ontwikkelingsschade op en hebben onvoldoende toegang tot onderwijs en zorg. Ook raken kinderen ondervoed. Er is specifieke aandacht voor kinderen nodig in de nieuwe crisisaanpak van het kabinet. De Werkgroep Kind in azc roept op om direct de meer dan 2000 kinderen uit de noodopvanglocaties te halen en over te plaatsen naar kleinschalige, stabiele en blijvende asielopvang. 

Volgens de meer dan 80 ondervraagde professionals komen de belangen van kinderen in bijna alle noodopvanglocaties dramatisch in de knel. Kinderen voelen zich onveilig door gebrek aan privacy en slapen slecht door lawaai in de nacht. Professionals weten niet hoe lang een kind op een noodopvanglocatie blijft, en onderwijs wordt daarom niet altijd opgestart. Lang niet alle kinderen zitten binnen drie maanden op school. Volgens docenten hebben kinderen die wel naar school gaan concentratieproblemen en vallen ze in de klas in slaap.  

Kinderen raken ondervoed
Verschillende JGZ-professionals noemen slechte voeding als een groot probleem in de noodopvang. Kinderen zijn niet bekend met het Nederlandse eten dat daar wordt geboden en eten slecht. Sommigen krijgen hierdoor te weinig voedingsstoffen binnen, vallen af en verkeren in een slechte gezondheid. Sommige kinderen gaan met honger naar school. Door gebrek aan leefgeld en eigen kookvoorzieningen in de noodopvang, hebben ouders hier zelf geen invloed op en maken zij zich grote zorgen over de gezondheid van hun kinderen. 

Toegang tot zorg flinke onvoldoende
Ook met toegang tot zorg is het dramatisch gesteld. Volgens jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen vindt er slechts een beperkte medische intake plaats, maar niet in alle gevallen, waardoor kinderen soms helemaal niet in beeld zijn. Zorgprofessionals zien daarnaast weinig tot geen mogelijkheden tot doorverwijzing naar noodzakelijke specialistische zorg, zoals jeugd-GGZ, jeugdzorg en logopedie. Ook kunnen kinderen met speciale onderwijsbehoeften, bijvoorbeeld vanwege analfabetisme of lichamelijke beperkingen, nergens terecht of moeten ze lang wachten op een plek. 

Noodopvang. Foto: UNICEF Nederland ©

Sociaal isolement en psychosociale klachten
Professionals zien in hun werk heel veel gezinnen die in één jaar meer dan drie keer verhuisd zijn tussen verschillende noodopvanglocaties. Zij geven aan dat het daardoor onmogelijk is om continuïteit van zorg en onderwijs te bieden. Docenten en zorgverleners weten niet altijd waar een kind naartoe verhuist, of kinderen zijn plotseling vertrokken, waardoor een overdracht of afscheid niet mogelijk is. ‘Voordat de gewenste zorg ingezet kan worden, zijn de gezinnen vaak plotseling verhuisd’, zegt een JGZ-professional in het onderzoek. Dit speelt ook in het onderwijs. Ook zien professionals dat kinderen in sociaal isolement raken en kampen met psychosociale klachten. ‘Het frequent verhuizen is voor kinderen en jongeren een groot probleem en belemmert hen in hun ontwikkeling. Ook als ze niet zelf moeten verhuizen, maar vriendjes plots weer weg zijn’, zegt een leerkracht.

Kindvriendelijke en veilige asielopvang nodig
Kinderen raken steeds verder in de knel door de crisis in de asielopvang’, zegt Arja Oomkens, coördinator van Werkgroep Kind in azc.

‘Al een jaar luiden we de noodklok, maar niemand komt met een oplossing. Instanties en professionals zijn het er al lang over eens dat het zo niet langer kan. De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd stellen dat in een brief nu ook. De Werkgroep Kind in azc vindt de leefsituatie in de noodopvang onacceptabel. Alle kinderen moeten direct uit de noodopvang worden geplaatst.’

Arja Oomkens, coördinator Werkgroep Kind in azc

Ook in de reguliere asielopvang zijn de leefomstandigheden van kinderen zorgelijk. Vorig jaar bleek uit onderzoek van de werkgroep al dat kinderen zich vaak onveilig voelen en geen vast  persoon hebben met wie zij hun zorgen kunnen delen. Jeugdgezondheidszorg- en onderwijsprofessionals bevestigen in het nieuwe onderzoek dat ook in de reguliere opvanglocaties het afgelopen jaar de belangen van kinderen, zoals fysieke en sociale veiligheid, in de helft van de gevallen in de knel kwamen.

De Werkgroep Kind in azc benadrukt dat een van de oplossingen ligt in kleinschalige, stabiele, blijvende opvang, waar kinderen blijven totdat op hun asielverzoek is beslist. Hier kan hun veiligheid worden gewaarborgd, kunnen kinderen sneller toegang krijgen tot zorg en onderwijs, en zich gezond ontwikkelen. In april heeft de Werkgroep aan staatssecretaris Van der Burg (Asiel en Migratie) al een lijst met acht uitgangspunten overhandigd, gebaseerd op het VN-Kinderrechtenverdrag, om de asielopvang structureel kindvriendelijker en veiliger te maken. Hoe het kabinet specifiek rekening gaat houden met kinderen in de nieuwe crisisaanpak is nog onduidelijk. 

Noodopvang. Foto: UNICEF Nederland ©

Laat kinderen niet de dupe zijn van de crisis in de asielopvang

De Werkgroep Kind in azc is zeer bezorgd over het welzijn van vluchtelingenkinderen in de huidige asielopvang. De rekening van de crisis in de opvang met grootschalige en massale noodopvanglocaties, veelvuldig verhuizen van opvang naar opvang en achterblijvende aandacht voor zorg en psychosociale hulp, komt nu bij kinderen terecht. De risico’s op schade in hun ontwikkeling en gezondheid nemen daardoor aanzienlijk toe. De Werkgroep Kind in azc roept het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nederlandse gemeenten op om te zorgen voor kindvriendelijke opvang en kinderen voorrang te geven bij plaatsing in stabiele, veilige en kleinschalige opvanglocaties.  

Ruimte voor kinderen in het azc in Leersum

In de huidige grote crisis in de opvang raken de belangen van kinderen nog verder uit beeld. In een gesprek met staatssecretaris Van der Burg (Asiel en Migratie) heeft de Werkgroep Kind in azc woensdag zorgen geuit over de situatie van kinderen in de noodopvang van het COA en in de gemeentelijke opvang voor Oekraïners. De Werkgroep heeft de staatssecretaris met klem verzocht om kinderen (en hun gezinnen) niet langer in grootschalige locaties op te vangen, maar direct in stabiele, veilige en kleinschalige opvanglocaties te huisvesten. Zo kunnen veelvuldige en stressvolle verhuizingen worden voorkomen en krijgen kinderen de kans om naar school te gaan, hoeven ze niet telkens weer nieuwe vriendschappen te sluiten en kunnen ze passende zorg krijgen. Dit is noodzakelijk om de schade op hun ontwikkeling en gezondheid zoveel mogelijk te beperken.

Uitgangspunten

De Werkgroep heeft de staatssecretaris een lijst met 8 uitgangspunten overhandigd, gebaseerd op het VN-Kinderrechtenverdrag,  om de asielopvang kindvriendelijker en veiliger te maken:

  1. Uitbreiden van de reguliere opvang zodat de noodopvang zo snel mogelijk kan worden beëindigd
  2. Een deugdelijke administratie en registratie van alle bewoners, in het bijzonder kinderen
  3. Leefomstandigheden aanpassen aan de belangen en veiligheid van kinderen
  4. Veiligheid van kinderen wordt gemonitord en is in beeld
  5. Duidelijkheid over de asielprocedure
  6. Spoedige toegang tot regulier onderwijs, bij voorkeur buiten de (nood)opvanglocatie
  7. Spoedige toegang tot de juiste medische en mentale zorg
  8. Activiteiten, participatie en informatievoorziening voor kinderen
De staatssecretaris was op bezoek bij activiteiten van Time4You, TeamUp en de Vrolijkheid.

Toezeggingen

Arja Oomkens, coördinator van de werkgroep Kind in azc: “De lijst gaat door op eerdere toezeggingen, zoals de belofte dat onafhankelijke vertrouwenspersonen en laagdrempelige begeleiding voor kinderen in de opvang beschikbaar zullen zijn. Ook hebben we de staatsecretaris gevraagd om structurele financiering van landelijke kinderactiviteiten in de asielopvang, zoals van TeamUp, Time4you en kunstprojecten van de Vrolijkheid. Dat is nodig om het psychosociaal welzijn van kinderen te beschermen en versterken. De staatssecretaris erkent de noodzaak van kindvriendelijke asielopvang. Nu moet er ook naar gehandeld worden. Kinderen mogen niet langer de dupe worden van de opvangcrisis.”

Projectactiviteit in het azc in Leersum

Oproep aan burgemeesters voor structurele en kleinschalige asielopvang

De Werkgroep Kind in azc maakt zich ernstige zorgen over de kinderen die nu in de Nederlandse asielopvang verblijven. De werkgroep heeft een brief hierover naar alle burgemeesters in Nederland gestuurd met het dringende verzoek om met spoed een blijvende oplossing te vinden voor het tekort aan geschikte opvanglocaties.  In de brief geeft de Werkgroep aanwijzingen voor aanpassingen, zodat alle kinderen die asiel aanvragen in Nederland een veilige en stabiele opvangplek hebben.   

Door de lange wachttijden in de asielprocedure, een woningmarkt die op slot zit en bezuinigingen op het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), is er al tijden geen enkele rek meer in de opvang. Inmiddels wordt uitgeweken naar noodopvanglocaties en tenten voor asielzoekers die aankomen in Nederland – met name Afghaanse evacués en nareizende familieleden. Sinds begin oktober slapen grote groepen mensen, onder wie heel veel kinderen, op de grond of op stoelen. 

Er wordt volop gezocht naar extra noodopvanglocaties, maar ook de komende jaren zullen nog heel veel mensen op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Daarom zijn noodopvanglocaties hooguit een tijdelijke oplossing. 

Met deze brief aan alle burgemeesters wil de Werkgroep Kind in azc opnieuw laten zien dat de huidige situatie onhoudbaar is. Ook de gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om de opvang in lijn te brengen met het VN-kinderrechtenverdrag. De Werkgroep Kind in azc heeft hiervoor vijf uitgangspunten opgesteld: het realiseren van blijvende kleinschalige opvang, het ontwikkelen en uitvoeren van de Regionale Opvanglocaties, vroegtijdig betrekken van onderwijsinstanties, faciliteren van bewonersparticipatie, en meer aandacht voor opvang van alleenstaande kinderen. De Werkgroep Kind in azc roept alle burgemeesters op om deze punten een plek te geven in hun gemeentebeleid.

Zorgen over Afghaanse kinderen in Nederlandse noodopvang

De Werkgroep Kind in azc is bezorgd over de Afghaanse kinderen die als evacué naar Nederland zijn gekomen en nu in de noodopvang verblijven. De Nederlandse overheid weet niet precies om hoeveel of welke kinderen het gaat en het is de vraag of de noodopvanglocaties wel voldoende veilig en kindvriendelijk zijn.   

In de afgelopen weken zijn verschillende Afghaanse evacués in Nederland aangekomen, onder wie veel kinderen. Deze meereizende kinderen zijn extra kwetsbaar, maar desondanks zijn ze nog altijd niet geïdentificeerd of geregistreerd. Daardoor is ook onduidelijk wat er nodig is om de kinderen veilige en kindvriendelijke opvang te bieden. De Werkgroep vindt dat Nederland er alles aan moet doen om de veiligheid van de kinderen in de noodopvang te waarborgen en verdere psychische en ontwikkelschade te voorkomen.

De Afghaanse evacués verblijven in grootschalige noodopvanglocaties: tijdelijke woonvoorzieningen met weinig daglicht, privacy en gebrek aan speelruimte. Werkgroep Kind in azc maakt zich zorgen over de gevolgen van deze situatie voor kinderen. Arja Oomkens, coördinator van de Werkgroep Kind in azc: ‘Deze kinderen komen uit een angstige situatie in Afghanistan. Ze moeten in Nederland veilig kunnen wonen en de zorg en begeleiding krijgen die ze zo hard nodig hebben. Ook moeten zij snel onderwijs kunnen volgen. Het is belangrijk dat de belangen van kinderen voorop staan bij het realiseren van de noodopvang en erna. De veiligheid moet voldoende zijn gewaarborgd.’  

De Werkgroep vindt een kindvriendelijke en veilige asielopvang juist nu urgent en van cruciaal belang en heeft daarom een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. In de brief zijn voorwaarden geformuleerd die er voor moeten zorgen dat de noodopvanglocaties kindvriendelijk en veilig zijn en perspectief bieden op reguliere opvang. De werkgroep baseert zich daarbij op de Monitor Leefomstandigheden van kinderen in de asielopvang. Onder de voorwaarden horen onder meer een deugdelijke administratie en registratie van kinderen, toegang tot de juiste medische en mentale zorg, spoedige doorstroom naar reguliere opvang, snelle toegang tot onderwijs en een kindvriendelijke leefomgeving.  

De Werkgroep Kind in azc verzoekt demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Ankie Broekers-Knol, om de aanbevelingen voor een kindvriendelijke opvang over te nemen en zo snel mogelijk in praktijk te brengen. 

« Oudere berichten

© 2024 Kind in azc

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑