Spreidingswet: handel meteen in de geest van de wet

De spreidingswet moet er zo snel mogelijk komen om te zorgen voor voldoende, structurele opvangplekken en een einde te maken aan de schrijnende situaties in de crisisnoodopvanglocaties (CNO). Alhoewel het een welkome stap is dat de wet vorige week naar de Tweede Kamer is verstuurd, baart het zorgen dat er niets is gedaan met de adviezen van de Raad van State. Dit betekent o.a. dat er niet is geluisterd naar het advies om kwaliteitsnormen voor fysieke, sociale en mentale veiligheid voor kinderen – vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag en weerspiegeld in onze normen voor kindvriendelijke en veilige asielopvang – in dit stadium in de wet te waarborgen. Ook baart het zorgen dat de wet pas in 2024 in kan gaan, terwijl verwacht wordt dat het tekort van opvangplekken dit voorjaar nog verder zal oplopen.  

Wij vragen/adviseren:

  • Gaat de staatssecretaris de kwaliteitsnormen voor kinderen in de asielopvang beter waarborgen in de wet en in een vroeg stadium duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteit van de opvang?
  • De spreidingswet kan niet tot 2024 wachten. Zorg ervoor dat gemeenten en andere betrokken partners al dit voorjaar in de geest van de wet handelen.

Ga verhuizingen tegen

“Stop direct met verplaatsingen van kinderen binnen de reguliere asielopvang.” Deze heldere boodschap doen professionals uit de jeugdgezondheidszorg en het primair en voortgezet onderwijs deze week aan de staatssecretaris. Door de vele verhuizingen, soms wel tot acht keer per jaar, leiden kinderen aan mentale klachten als angst, depressie, slaapproblemen, prikkelbaarheid, verlies van vertrouwen en demotivatie. Ook geven steeds meer onderwijsdirecteuren aan dat veelvuldige overplaatsingen het onmogelijk maken om onderwijs op te starten en een goede overdracht te organiseren. Wekelijks ontvangen wij signalen dat kinderen soms wel tot acht maanden niet naar school gaan. Uit de beantwoording op Kamervragen van 27 maart jl. blijkt ook dat het kabinet geen zicht heeft op hoeveel kinderen op dit moment onderwijs mislopen. En ondanks de aangenomen moties van Koekkoek en Piri m.b.t. het beperken van verhuizingen en het verlengen van voorrang aan kinderen bij plaatsing in de reguliere opvang zijn er geen signalen dat het aantal verhuizingen afneemt.

Wij vragen/adviseren:

  • Wanneer en op welke manier gaat de staatssecretaris uitvoering geven aan de aangenomen moties Koekkoek en Piri m.b.t. het beperken van verhuizingen en het verlenen van voorrang aan kinderen bij plaatsing in de reguliere opvang?
  • Maak in samenwerking met minister Wiersma (Primair en Voortgezet onderwijs) werk van het zo snel mogelijk aanbieden van tijdelijk alternatief en passend onderwijs voor (onbegeleide) kinderen die momenteel geen toegang hebben tot scholing, denk bijvoorbeeld aan praktijkgerichte programma’s binnen ISK’s. 

Contactpersoon Kind op elke locatie

Op elke opvanglocatie, inclusief de CNO-locaties, een speciaal aangewezen contactpersoon kind (CPK) die verantwoording aflegt over de activiteiten, het welzijn en de veiligheid voor kinderen. Dit was de boodschap van de motie van Kroger en Piri die eind vorig jaar met brede steun in de Kamer werd aangenomen. Als reactie op de motie geeft de staatssecretaris in een Kamerbrief van 22 februari jl. aan dat het niet mogelijk is om te garanderen dat dit voor elke locatie lukt.  

Wij vragen/adviseren:

  • Hoe gaat de staatssecretaris er op korte termijn alsnog voor zorgen dat er ook op CNO-locaties een CPK wordt aangewezen?  

Gezinslocaties zijn onveilig en ongeschikt voor kinderen

Uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs op de vijf gezinslocaties (GLO’s) voor uitgeprocedeerde asielzoekers blijkt dat veiligheid en onderwijs geen vanzelfsprekendheid zijn voor kinderen en jongeren. Zo schrijft de inspectie dat geen van de scholen op de gezinslocatie kan voldoen aan de “basiswaarden van de democratische rechtsstaat” en een veilig schoolklimaat kan bieden. Het COA deelt de zorgen van de Inspectie en ook gemeenten geven aan niet aan de voorwaarden te kunnen voldoen voor hulpverlening.

Drastisch ingrijpen is wat betreft de Werkgroep Kind in AZC nodig. Doordat GLO’s hun doel – het stimuleren van terugkeer – niet waarmaken, verblijven kinderen vaak vele jaren in omstandigheden die ondermaats en schadelijk zijn. En dit terwijl kinderen die opgroeien in een gezinslocatie net als alle andere kinderen het recht hebben om veilig, gezond en kansrijk op te groeien. In het coalitieakkoord is opgenomen dat voor kinderen op GLO’s het onderwijs in de taal van het land herkomst zal worden ingericht. Wij wijzen erop dat het VN-Kinderrechtenverdrag onderscheid op het gebied van onderwijs verbiedt op basis van de verblijfsstatus van (de ouders van) kinderen. Een afwijkend onderwijsaanbod voor kinderen in GLO’s is in strijd met internationale verplichtingen.

Wij vragen/adviseren:

– Vang kinderen op in kleinschalige locaties waarin zij intensieve begeleiding krijgen bij het vinden van een duurzame oplossing, of die nu gelegen is in terugkeer naar het land van herkomst of verblijf in Nederland.
– Stel belang van het kind centraal, conform de aanbevelingen van de Inspectie en het coalitieakkoord.
– Wat gaat de staatssecretaris op korte termijn concreet doen om het recht van deze kinderen om veilig en gezond op te groeien te verzekeren en om verdere ontwikkelingsschade te voorkomen?

Een transitieplan voor onbegeleide kinderen

Het tekort aan opvangplekken voor onbegeleide kinderen (amv’s) is nijpend: er staan nu 200 amv’s met een verblijfsstatus op de wachtlijst van het Nidos en komend jaar hebben COA en Nidos nog zo’n 4.700 opvangplekken nodig voor amv’s met of zonder verblijfstatus. Nu al worden jongeren onder 18 jaar in opvang voor volwassen geplaatst. De Werkgroep steunt dan ook het vierpuntenplan van D66 waarin de staatssecretaris wordt opgeroepen om voor 1 mei met een transitieplan te komen om ervoor te zorgen dat er voor de opvang van amv’s weer de gebruikelijke standaarden gaan gelden. Dat het weldegelijk anders kan laat de aanpak in Tilburg zien. Daar werken alle partners samen om vele verhuizingen te voorkomen en ervoor te zorgen dat jongeren die in Tilburg worden opgevangen ook in deze regio worden gehuisvest.  

Wij vragen/adviseren:
– Kom zo snel mogelijk met een nieuwe systematiek voor het koppelen van amv’s met een status aan gemeenten, waardoor voor deze specifieke doelgroep voldoende woningen vanuit gemeenten worden aangeboden.
– Zet in op stabiele, kleinschalige opvang voor onbegeleide kinderen. Door locaties te stabiliseren worden veelvuldige verhuizingen voorkomen, kan deskundig personeel worden aangehouden, verbetert het mentaal welzijn en wordt draagvlak gecreëerd.
– Om in lijn met het voorstel van D66 voor 1 mei met een transitieplan te komen om toe te werken naar de gebruikelijke standaarden voor de opvang van onbegeleide kinderen.