Vreemdelingenkinderen zijn in de eerste plaats kinderen. En zo moeten wij ze ook behandelen. Alle kinderen hebben stabiliteit, continuïteit, veiligheid en structuur nodig. De asielopvang in Nederland moet daarom kinderrechtenproof zijn. Dat is opvang die in lijn is met de eisen die het VN-Kinderrechtenverdrag stelt op alle terreinen die kinderen aangaan. Algemene uitgangspunten zijn non-discriminatie (art. 2), het belang van het kind voorop stellen (art. 3), ongestoorde ontwikkeling (art. 5) en participatie van kinderen (art. 12). Daarnaast moet de situatie voldoen aan verdragsregels op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en bescherming tegen kindermishandeling.
De Werkgroep heeft vijf hoofdstappen geïdentificeerd waarop verbetering van het beleid nodig is:
1. Locatie
Kinderen hebben stabiliteit en continuïteit nodig, daarom moeten de kinderen van begin tot eind op één plek verblijven. De locatie dient bovendien kleinschalig en menselijk te zijn, zodat kinderen een huiselijke sfeer ervaren. Ook moet de privacy en veiligheid van de kinderen op de locaties worden gewaarborgd.
2. Voorzieningen in alle fasen van de procedure
Onderwijs en zorg zijn erg belangrijk voor kinderen en moeten snel worden geregeld na aankomst. Passend onderwijs en het beschikbaar stellen van computers, zorgen ervoor dat het kind zich zo snel mogelijk verder kan ontwikkelen. Internet is belangrijk voor het maken van huiswerk en het onderhouden van sociale contacten. Internet moet daarom aanwezig zijn in alle (woon)ruimtes. Voor zowel ouders als kinderen is het verkrijgen van informatie over internetgebruik en mediawijsheid van belang. Daarnaast moeten kinderen op elke locatie kunnen deelnemen aan sport- en spelactiviteiten. Gezondheidszorg en jeugdzorg moeten op maat worden geleverd, ieder kind heeft namelijk een andere zorgbehoefte.
3. Ouders ondersteund
Na maanden van onzekerheid is structuur gewenst. Het is daarom van belang dat ook de ouders worden ondersteund, zodat het gezin zo snel mogelijk ritme krijgt. Ouders dienen autonomie te krijgen in de opvang (met eigen taken) en mogen werken. In de opvang krijgen ouders informatie en ondersteuning bij de opvoedingstaak. Taalmaatjes helpen ouders het leren van de Nederlandse taal. Daarnaast dienen ouders betrokken te worden bij school, bijvoorbeeld door naar oudergesprekken te gaan.
4. Informatie
Een onafhankelijke kindercontactpersoon in ieder centrum, zorgt ervoor dat kinderen weten bij wie ze terecht kunnen voor informatie. Tijdens hun verblijf dienen kinderen en ouders goed geïnformeerd te worden over procedure en verblijf. Ook is het belangrijk dat kinderen en ouders informatie krijgen over mogelijkheden ter plekke, zoals voor vrijetijdsbesteding, gezondheidszorg, onderwijsvoorzieningen en cursussen.
5. Snel duidelijkheid
Weten waar je aan toe bent en waar je toekomst ligt, is voor een kind in een asielzoekerscentrum onzeker. Daarom moeten er kortere wachttijden in de asielprocedure worden ingevoerd. Bij de aanvragen voor asiel en gezinshereniging dient bovendien voorrang te worden gegeven aan kinderen en gezinnen. Na maximaal 5 jaar moeten kinderen een verblijfsvergunning krijgen.