Veiligheid is een basisvoorwaarde voor de ontwikkeling van een kind. Tegelijkertijd is er geen eenduidig definitie van veiligheid en is de ervaring ervan subjectief. In Nederland is geen oorlog, dus veel kinderen en ouders voelen zich in de asielopvang relatief veilig. Maar het samenwonen met een grote en diverse groep mensen, de situatie en de ligging van de locatie kunnen mogelijk ook onveiligheid met zich meebrengen. Zo krijgt de Werkgroep Kind in azc signalen dat meisjes zich soms niet veilig voelen als ze ’s nachts op de gang naar de wc moeten. Maar veiligheid betekent bijvoorbeeld ook fietslessen voor kinderen die in hun thuisland niet gewend zijn te fietsen.
Één derde van de kinderen in gezinslocaties geeft aan zich onveilig te voelen, en ze zijn bang voor plotselinge nieuwe verhuizingen of uitzetting (Leefomstandigheden van kinderen in asielzoekerscentra en gezinslocaties 2021). Dit laatste komt mede door de aanwezigheid van politie en ervaringen met het afgevoerd zien worden van bewoners, wat veel angst geeft. Ook is er de mogelijkheid dat gezinnen, inclusief kinderen, in detentie worden geplaatst om hen beschikbaar te houden voor vertrek. Dit alles draagt niet bij aan een gevoel van veiligheid.
De Werkgroep Kind in azc pleit onder andere voor de volgende acties:
- Plaats kinderen niet in detentie. Geef opvolging aan de oproep van het VN-Kinderrechten comité deze praktijk te stoppen en werk aan alternatieven voor detentie van kinderen.
- Informeer ouders en kinderen bij de intake over wat zij moeten doen rond veiligheidsrisico’s, zoals: brand, geweld, misbruik, alcohol en drugs. Informatie over specifieke veiligheidsrisico’s rond de locatie is ook van belang.
- Geef alle kinderen fiets- en zwemles.
- Besteed meer aandacht aan sociaal-emotionele veiligheid.
- Stel op iedere locatie een onafhankelijke vertrouwenspersoon voor kinderen aan waar ze hun eigen vragen, angsten, verlangens en ideeën kunnen uiten.