Volgens de laatste cijfers van het COA wonen 3.335 kinderen in noodopvanglocaties, onder wie 1.419 alleenreizende kinderen. Daarnaast verblijven in de crisisnoodopvang meer dan duizend kinderen. Het exacte aantal kinderen is onbekend vanwege achterstallige registraties.

Kwaliteitsnormen voor kinderen in spreidingswet

Niet alleen acht de Raad van State de nieuwe spreidingswet ‘onnodig complex’, ook wijst zij erop dat er duidelijkheid ontbreekt als het gaat om de kwaliteit van de opvang en het toezicht hierop. De Raad van State adviseert daarom om kwaliteitsnormen beter te waarborgen in de wet en wijst hierbij naar het VN-Kinderrechtenverdrag. In december bevestigde het hof al dat de omstandigheden voor kinderen zo snel mogelijk moeten worden verbeterd.[1]

Voor kindvriendelijke en veilige asielopvang is ten minste nodig dat:

  • kleinschalige en stabiele opvanglocaties beschikbaar zijn;
  • de accommodatie waar kinderen, alleen of met hun gezinsleden, verblijven voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. veiligheid, hygiëne, privacy en toegankelijkheid;
  • toegang tot adequate zorg en passend onderwijs is gewaarborgd, en
  • er speelvoorzieningen en zinvolle dagbesteding zijn.

Wij vragen/adviseren:

  • Gaat de staatssecretaris de kwaliteitsnormen voor kinderen in de asielopvang beter waarborgen in de wet?
  • Gaat de staatssecretaris in een vroeg stadium duidelijk maken wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteit van de opvang?

Verhuizingen tegengaan

Al jaren heeft het kabinet het streven om toe te werken naar kleinschaligere en stabielere opvang. Dat dit op dit moment niet lukt is evident. Afgelopen jaar verhuisden kinderen soms wel tot acht keer per jaar, en we krijgen signalen dat het gesleep met kinderen de afgelopen maanden verder is toegenomen. Het vele verhuizen is schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen, leidt tot mentale klachten (slaapproblemen, prikkelbaarheid) en zorgt ervoor dat kinderen te laat de juiste zorg krijgen. Nog steeds verblijven kinderen in (crisis) noodopvanglocaties, ondanks de constatering van de staatssecretaris dat dit onwenselijk is.

AMV’s

Ook voor alleenstaande minderjarigen (AMV’s) geldt dat zij aan de lopende band moeten verhuizen. Bij gebrek aan een zinvolle dagbesteding waarschuwen directeuren van scholen  dat een deel van deze kinderen nauwelijks meer hun kamer uitkomt om naar school te gaan en in een sociaal isolement verkeert. Daarnaast worden onbegeleide kinderen vaak in grote aantallen op locaties geplaatst, waardoor de scholen niet iedereen kunnen plaatsen en zich niet op de komst van de kinderen kunnen voorbereiden.

Onder het huidige beleid kunnen AMV’s al vanaf de leeftijd van 17 jaar en 9 maanden in de reguliere asielopvang kunnen worden geplaatst. Terwijl juist deze groep uitermate kwetsbaar is en begeleiding op maat nodig heeft.

Wij vragen/adviseren:

  • Hoe gaat de staatssecretaris uitvoering geven aan de aangenomen moties Koekkoek en Piri m.b.t. het beperken van verhuizingen en het verlengen van voorrang aan kinderen bij plaatsing in de reguliere opvang?
  • Is het effect van de tijdelijke doorplaatsing van AMV’s vanaf 17 jaar en 9 maanden zoals afgesproken geëvalueerd? Wat zijn de bevindingen? Is de staatssecretaris van plan om deze tijdelijke maatregel weer terug te draaien?
  • Zet in op kleinschalige opvang. Ook AMV’s (14-17 jarigen) die in aantallen van 50-150 ergens geplaatst worden, kunnen geen plek meer in het nieuwkomersonderwijs krijgen.

Toegang tot onderwijs

Voor kinderen die net in ons land aankomen moet binnen drie maanden onderwijs geregeld zijn. Maar kinderen gaan echter steeds vaker langer dan zes maanden niet naar school. Steeds meer nieuwkomersscholen geven aan dat het vanwege de overplaatsingen onmogelijk is om onderwijs op te starten en een goede overdracht te organiseren. Zij zien leerlingen vaak maar een aantal weken voordat deze kinderen plots weer moeten verhuizen en van school verdwenen zijn.

Verschillende nieuwkomersscholen hanteren nu een aanmeldstop omdat er te veel leerlingen op hetzelfde moment instromen.[2] Tegelijkertijd zijn er enkele nieuwkomersscholen  die hun klassen niet goed gevuld krijgen, omdat op verschillende asielopvanglocaties – die wel goed ingericht zijn voor de opvang van kinderen – geen kinderen worden geplaatst. Dit terwijl onderwijs in de (crisis)noodopvang vaak onvoldoende aanwezig is. 

Daarnaast is er nog steeds geen zicht op welke kinderen waar in de noodopvang zitten en of zij wel of geen onderwijs krijgen. Zij hebben soms nog geen aanmeldgehoor gehad bij de IND, worden maandenlang niet ingeschreven bij een gemeente en krijgen geen BSN. Ook ontvangen wij geregeld signalen van gemeenten die terughoudend zijn in het openen van opvanglocaties omdat zij niet kunnen voldoen aan de minimumvoorwaarden voor kindvriendelijke opvang, zoals toegang tot onderwijs.

Wij vragen/adviseren:

  • Gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat toegang tot onderwijs voor kinderen een hogere prioriteit krijgt binnen het plaatsingsbeleid van het COA en in gesprek met gemeenten over het belang van stabiele plekken voor kinderen?
  • Gaat de staatssecretaris zorgen voor een landelijke registratieplicht voor kinderen, zodat ook de kinderen die niet direct op school kunnen worden geplaatst wel in beeld zijn bij scholen en het LOWAN?

[1] https://www.vluchtelingenwerk.nl/nl/noodopvangschadelijk

[2] https://dvhn.nl/binnenland/Internationale-schakelklassen-voeren-leerlingenstop-in-28232643.html.